|
||||||||
Ook na het lezen van het door de platenfirma meegeleverde biootje ben ik er nog niet uit of deze “Odisea” nu de derde dan wel de vierde soloplaat is van Andreas Arnold, een Duitse gitarist, die van het heen- en weer zwerven tussen flamenco en jazz zijn speelterrein heeft gemaakt. De man studeerde in Amsterdam en New York, woonde een tij lang in het zuiden van Spanje en liep daar een redelijk straffe flamenco-besmetting op. Nu, in tegenstelling tot veel andere gitaristen, beperkt hij zich niet tot de makkelijke stuff, maar maakte hij zich het “echte” werk eigen, wat allerminst evident is voor gitaristen die niet in het genre geboren zijn en er dag in dag-uit mee opgroeien. Op deze plaat werkt Arnold grotendeels in trio-formaat: de Griekse bassist Petros Klampanis en de van oorsprong Japanse percussionist Miguel Hiroshi zijn zijn medereizigers op deze trip, die begon met een drie uur durende opnamesessie in Brooklyn: Arnold bracht vijf composities mee en de drie gingen er mee aan de slag, vanuit de bedoeling zo spontaan mogelijk en “in the zone” te musiceren. Vijf van de negen tracks zijn het resultaat van die aanpak: “Cai-BK”,”Paris Ciel Gris”, “Bike Messenger” en “Alikianos” zijn van de hand van Arnold zelf en “Continuum”, dat de plaat afsluit is dan weer een werkstuk van de grote Jaco Pastorius. Die tracks , de “jazz-helft”, zo je wil, staan her en der verspreid over de plaat en worden afgewisseld met de meer pure flamenco-nummers die in Madrid en Cadiz opgenomen werden en waarvoor bijkomende inbreng gehaald werd bij zanger Rocio Parrilla uit Jerezn die “Alas al Alma” naar bijzonder hoogten tilt. Dat doet ook pianist Guy Mintus met “Soeal x H20”, een “solea pior buleria” rond het thema “water”, waarin Jeremy Smith ook de heerlijkste dingen doet op percussie. Trompettist David Enhco, die ook op het al vermelde “Paris Ciel Gris” een nogal prominente rol speelt, doet dat nog eens over op de titeltrack, waarop ook bassist Ricardo Piñero en vooral Lucas en Juan Carmona -zijn papa speelde ooit gitaar bij de band Ketama- geweldige dingen op percussie laten horen. Dat dit de titeltrack werd, is, zo durf ik denken, allerminst toeval: het is gewoon de synthese van de hele plaat, die de raakvlakken tussen flamenco en jazz bespeelt en samen met “Tangos Arabe” een soort “situering van de flamenco” vormt: jazz is nooit veraf en de Moorse en Arabische invloeden en ritmes zijn er niet uit weg te denken. Dat blijkt bij voorbeeld overvloedig uit de zangpartij van Cristian Soto, die de Npprd-Afrikaanse tonaliteiten allerminst schuwt. Resutaat is een heel knappe plaat, die de reis tussen New York en Cadiz treffend illustreert en onderweg nog even op Kreta halt houdt, waar “Alikianos” ligt, het dorpje dat zijn naam gaf aan mijn lievelingstrack van de plaat: de viool van Maria Manousaki raakt je echt midscheeps en is werkelijk de ideale zondagochtendmuziek. Te ontdekken! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||